Inzake kribbe en kerst enzo

De meeste mensen denken dat engelen ‘boven’ wonen, zo ongeveer in de hemel of nog verder en wij hier, ‘beneden’. De engelen zijn aan het engelen ‘daarboven’ en wij ‘hierbeneden’ zijn eigenlijk altijd bezig met rotzooitjes te maken en rotzooitjes op te ruimen. Voor onszelf of voor een ander.
Maar dat is niet zo of althans; de engelen engelen wel en wij rotzooien wel maar het is niet zo dat we zo ver van elkaar wonen.
Sinds kort ken ik bijvoorbeeld een engel die part-time werkt als caissière. Bij die supermarkt met die plastic tassen waarop staat: ‘Everybody Appie’.
Het kwam eigenlijk allemaal door mijn brace, die ongeveer permanent om mijn pols zat na twee foute diagnoses. Precies de dag dat ik hem niet om had omdat ik alleen maar een pak melk ging halen, stond ik bij haar aan de kassa. Het pak melk rotzooide door ontzettend te lekken. Zij riep om een ander pak, ik riep om een doekje en veegde met mijn goede pols de band schoon.
“Wat lief,” zei ze.
“Ik ben lief,” antwoordde ik naar Waarheid.
“Dat weet ik,” zei ze. En door dat in haar stem keek ik haar aan. Want ik hoorde dat ze het echt wist. Pardoes keek ik in twee grote, bruine engelenogen. Ik wilde nog graag heel snel en stiekem kijken of ze misschien twee vleugels verborg onder de ‘everybody-appie’-jas maar dat lukte niet. Eenmaal geklonken aan haar niets-te-verbergen-blik, verborg ik niets terug.
Net toen ik wilde gaan en zij de volgende klant had begroet, riep ze me terug.
“Mag ik wat vragen?”, zei ze.
“Natuurlijk, ” zei ik. Iedereen mag altijd alles vragen.
“Mag ik bidden….voor je pols?”.
Voor een moment werd alles stil. Alsof er behalve zwarte gaten ook witte gaten bestaan. En in dit witte gat, viel van alles tezamen. Het respect van haar, mijn toestemming te vragen. De Masterclass Medium School van Sonja Dover, mijn spiritueelconsult.com, mijn werk op de bellijn voor de Paravisie. Maar niet alleen dat. Ook mijn roots, mijn wortels die niet wilden aarden in een zwaar gelovige stad, schoten rechtstreeks het witte gat in.
Nooit is mij gevraagd maar medegedeeld dat er voor mij gebeden ging worden. Want nadat ik best ‘in goede aarde’ was gevallen, bleek ik niet naar de kerk te gaan. Wat, met God’s toorn, een one-way-ticket to Hell was. Hè wat was dat nou jammer voor mij, voor hem, en de mensheid.
Ik heb eens voor een goed gereformeerd vriendje middenin de nacht de voordeur van het slot moeten halen omdat hij ervan overtuigd was dat ik, helaas, zomaar iemand kon vermoorden. Ik had immers geen geloof? Ik ging niet naar zijn kerk? Hij was niet bang voor mij want hij kon (nog) duidelijk merken dat de duivel in mij niet was opgestaan ondanks mijn onkerkelijk gedrag. Ik werd bang van hem. Hoe vaak hij ook zou bidden voor mij, voor hemzelf, voor de mensheid; geen gebed zou hemel, aarde of mensheid raken. Ik begeleidde mijn kerkelijke vriendje naar de voordeur; exit. En pelde wat knoflook.
Het witte gat duurde hoogstens 1,5 seconde.
“Maar natuurlijk mag je voor me bidden,” zei ik. Ik maakte een kleine buiging en zei:
“Dankjewel”, tegen de part-time engel of caissière; het zijn van die dingen die je niet weet maar ook ineens niet belangrijk zijn.
Twee dagen later voelde ik een energie door mijn wezen en mijn arm, van mijn schouder tot mijn vingertoppen. De energie hield twee dagen aan en in die twee dagen deed ik ook hele verstandige dingen. Niet echt mij, maar het kwam wel heel handig uit. Ik voelde duidelijk dat er niet één maar meerdere personen hadden gebeden voor mijn pols. De pijn nam, flink, af.
Verheugd meldde ik me weer aan haar kassa.
“Hoe is het met je?”, vroeg de part-time-engel van de ‘everybody-appie’.
“Goed, “zei ik, “Ik wil je graag ontzettend bedanken want het gaat beter“.
Waarop zij ineens iets op een briefje schreef, mijn bonuskaart vroeg en ik mijn boodschappen betaalde.
Buiten las ik het briefje.
Bedank niet mij, bedank Jezus.
Tja. Ik ben niet zo met Jezus, of konsorten. Ik ben zelfs het Jezussen aan het afleren.Maar enfin, wanneer iemand uit zoveel liefde en zuiverheid iets voor jou doet, dan doe je iets terug. Vooruit. Beladen met mijn boodschappentassen, het was al donker en zó wat was het koud, zei ik:

“Hé Jezus, bedankt hè”.

En ter plekke voel ik een warmte, een licht, een kracht door mij heengaan waardoor ik ineens, zonder enkele ballast van de boodschappen overigens, bleef hangen tussen de fietswinkel en de apotheek. Ja, dit ken ik. Dit gevoel. Deze wezenlijkheid.
Mijn werk. Zo werk ik. Op mijn nieuwe naamkaartjes staat zelfs Amare Mundi; wat betekent Liefde, Kosmos. Daar hoort nog kracht bij, besefte ik. Potstatem.
Natuurlijk veranderde Jezus geen water in wijn, die Rode Zee is hij overgaan zoals Herman Finkers heeft uitgelegd en Monty Python heeft al sinds 1979 de echte bijbel vertolkt, met Life of Brian.
Het zal vast ook allemaal niet zo belangrijk zijn.
Ik ben altijd een enorme fan geweest van Jung, Carl Gustav Jung. En wat deze man aan wijsheid, in zijn tijdgeest en geschiedenis te berde heeft weten te brengen.
Jung zei immers ‘ik geloof niet, ik weet het zeker’.
Ik schrijf een briefje aan de engel met de part-time baan bij ‘everybody-appie’.
Lieve vrouw, ik heb jouw boodschap ontvangen en begrepen. Wil ik jou toch bedanken,  van mens tot mens, lieve groet.
Terwijl ik aan haar kassa sta vraag ik haar:
“Als ik het goed heb gevoeld, heb jij met meerdere mensen gebeden voor mijn pols, met een groepje. Klopt dat?”
Ik zie een blos. Een ongemakkelijkheid.
Hoe kan ik dat weten?
Eerlijk en zuiver zoals zij is, zegt zij ‘ja’.
En of ik nog iets over haar geloof wil weten?
Nee.
Ik doe, net als Jung, niet aan geloof. Ik doe aan zeker weten.
En nu, lieve partime-engel, of jezus- cassière of wie je ook bent; nu mag jij het ook zeker weten.

 

 

 

 

Getagd , , , , , . Bladwijzer de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *