Voordat ik mijn Lief ontmoette had ik altijd relaties met mannen waar ik iets niet aan begreep. Mijn ervaring is dat het een relatie ingewikkeld maakt, wanneer je er iets niet aan begrijpt. Ik had bijvoorbeeld eens een relatie met iemand die altijd ‘even ergens iets’ naar toe moest brengen, of ophalen. Wat of wie of waar het was, was Top Secret. Toch had ik nooit de indruk dat de Nationale Veiligheid in het geding was. In tegendeel, ik begon mij af te vragen of hij betrokken was bij criminele wapentransporten, bankovervallen of hoofdrollen speelde in het illegale porno-circuit. Dat werkte niet goed, in de relatie.
Ook had ik eens een relatie met iemand die heel monogaam was. Als hij het met haar deed, deed-ie het niet met mij. Zo wist ik wel dat er een derde in het spel was maar ik vond het niet begrijpelijk. Of iemand die een raam insloeg omdat hij de voordeursleutel was verloren. Dat vond ik dermate onbegrijpelijk dat ik er zelfs heel lang niet eens over na kon denken. Of de relatie waarin ik altijd douche-producten kreeg. Met mijn Verjaardag, Kerst en Sinterklaas maar ook Zomaar. In goede tijden Gloria Vanderbilt of Opium van Yves Saint Laurant, in redelijke tijden Therme Skincare en in barre tijden de aanbieding van het Kruitvat. En hoewel ik altijd enthousiast mijn pakjes openmaakte- wat zou erin zitten?- vond ik het niet begrijpelijk.
Ik kijk dan liever naar het weerbericht met Piet Paulusma die zegt:
“Maarrrrrrr als het weer héél slecht is, dan kan het ook weer héél goed worden”.
Dat vind ik begrijpelijk, of zoals mijn Lief die antwoord wanneer ik vraag of hij me gaat redden wanneer ik ontvoerd word zegt:
“Ik zal het proberen”. (Zie Mission Impossible).
Nu hebben onbegrijpelijkheden natuurlijk altijd te maken met vormen van onwetendheid.
Als kind begreep ik De Leeuw in de WC, de Geesten in Trapgat en de Arm onder het Bed die mijn voeten wilde pakken, niet. Als ik daarom niet kon slapen en het advies van mijn moeder opvolgde om schaapjes te gaan tellen dan kwam er altijd op een zeker moment een Wolf die de schaapjes verslond en zo zat ik (weer) rechtop in bed. Niet echt begrijpelijk. Wat me minder boeide was dat er ’s nachts vaak een aanwezigheid was in mijn slaapkamer, van een vrouw die op de stoel ging zitten. Ik was te druk bang te zijn voor de Leeuw als ik de wc doortrok, over de overloop te rennen voordat de Geesten uit het Trapgat kwamen of met een aanloop in mijn bed te springen zodat De Arm me niet kon pakken. Die mevrouw, die deerde me niet.
En zo hield ik mij later bezig met wapenhandel, monogamie, douche-producten, sleutels en Piet Paulusma. Eigenlijk net zoals je een droom duidt; je ziet thema’s, symbolen, woorden en daden en dan blijkt het te gaan om vrijheidsdrang of een verwarring van seks en liefde of doodeenvoudig omdat je altijd al hebt gehoord dat je een klootzak was.
Wat eronder ligt is altijd een sleutel waar je geen raam voor hoeft in te slaan (maar misschien wel zou willen).
“Pap, noemden ze jouw moeder niet gewoon Lies?”.
“Jezus, hoe weet jij dat?”.
“Zij zat altijd in mijn stoel, in mijn slaapkamer”.
Begrepen.
mooi…..wat ben je toch GOED x
Zo had ik ooit eens een vriendje die heel netjes was, zelfs uit de prullenbak kon je rustig eten, zo schoon was ie van de binnenkant. Alleen, hij at ook rechtstreeks uit de saladebak en met dezelfde vork, trok hij dan lijntjes over de salade alvorens hij de deksel weer op de bak deed: ik begreep het niet!!
Nee, hiervan ontgaat de diepere betekenis mij ook totaal :(. Maar wat niet is, kan nog komen dus er is hoop!