De dierenarts

Telkens wanneer ik bij mijn vriend op het toilet zit, moet ik aan de dierenarts denken. Het is namelijk te klein. Mijn, inmiddels gepensioneerde, dierenarts overigens is een bijzonder mens. Hij kan zowel met mensen als met dieren praten, zelfs tegelijkertijd en dat zie je maar weinig. Meestal kunnen mensen óf het één, óf het ander. Mijn dierenarts had altijd tijd. Ik kon altijd langskomen met mijn huisdier of hij kwam bij mij.
Dat was dan in het geval van hele zieke, of hele oude poes die ik thuis in hun vertrouwde omgeving wilde laten inslapen. En nergens anders.
De dierenarts bleek daarbij dermate mens- en dierlievend, zo respectvol en waardig dat ik hem vroeg of hij ook mij wilde euthanaseren wanneer ik zover zou zijn. Bij mij thuis. Hij krijgt dan eerst koffie. Of een borrel, afhankelijk van hoe laat het is.

Ook had ik bedacht dat de dierenarts voor mij wel een goede partij was om mee te trouwen. Ik had een oogje op hem.
Helaas kwam dat onhandig uit omdat hij al getrouwd was, met een vrouw. Ik kwam daar niet zomaar tussen. En tegen de tijd dat hij gescheiden was, was ik alweer liefdevol bezet door een andere man.
Het was juist deze man die mij vertelde dat de dierenarts ook een oogje had gehad op mij. Mijn vermoeden is dat hij er een vreemdsoortige vorm van plezier in had dat we elkaar waren misgelopen.
Ik vond het wel jammer maar sommige dingen moeten nu eenmaal zo zijn.
Nu kom je een dierenarts in de regel tegen in de dierenartskliniek. In verband met een ziek dier, en heb je het daarover. Daarna betaal je hem en ga je weg.
Maar op een dag liep hij vrij rond en ontmoetten mijn vriend en ik hem in de stad, voor een supermarkt. En raakten de heren in gesprek over iets gemeenschappelijks namelijk de wal en het schip, boten, schepen en ander vaarspul. De dierenarts had er één en mijn vriend als ex-binnenvaarder en technisch hoogstandje weet dan weer alles van roer en zwaard, elektrische bedradingen, olie en koppelstukken en dat soort zaken.
De dierenarts was zijn schip aan het verbouwen, vertelde hij en dan met name het toilet. Dat was te klein.
“Als ik op de wc zit,” zo meldde hij zonder zijn stem te dempen, “en ik heb een erectie dan stoot ik zo de deur eruit”.
Ik vloog bijna de lucht in, zo klapperden mijn oren van deze zeer onverwachte reden van de verbouwing.
“Zei ik dat,” zei de dierenarts mij in mijn ogen als theeschotels aankijkend, “ja, dat was ik”.
Om meteen daarna mijn vriend weer aan te kijken alsof het incident never happened. Dit tot mijn grote geluk omdat onwillekeurig en tegen mijn zin in, mijn blik binnen een seconde terecht was gekomen in het kruis, van de dierenarts.
Daar was op dat moment niets te zien, maar goed, ik was er wel beland en met gezwinde schrik hief ik mijn hoofd weer op. Niet zo netjes, een man in zijn kruis aanstaren en ik wilde vooral niet betrapt worden. Wat moest de dierenarts wel niet van mij denken, laat staan mijn vriend?
Het erectie-verhaal moest echt bezinken bij mij, en zo ook mijn beeld van de dierenarts.
En net toen ik dacht er overheen te zijn, ging het helemaal mis.
Wij ontmoeten hem weer toen wij op bezoek gingen bij mensen met een schip.
Daar zat hij ineens op de bank.

Niet kijken.

Ik durf het bijna niet zo te verwoorden maar er was echt sprake van het roze olifantjes verhaal (zie zo’n beest niet voor je).
Niet kijken.
De dierenarts stelde ook zijn nieuwe vriendin voor.
Niet kijken. Dat is helemaal gênant.
Hij vroeg ook nog hoe het met mij ging.
Nou niet helemaal zo lekker.

Nu is het aan de ene kant natuurlijk jammer dat ik niet getrouwd ben, met de dierenarts. Want dan had ik nu een veel ruimer toilet gehad dan bij mijn vriend thuis. Aan de andere kant is het ook wel weer een zegen. In een relatie is het hebben van oogcontact namelijk heel belangrijk.

Getagd , , , , , , . Bladwijzer de permalink.

Één reactie op De dierenarts

  1. Monique Huurdeman zeggen:

    Zeer vermakelijk ! Van genoten .
    Prachtig geschreven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *